Ik ben in de tuin

Ik ben in de tuin. Zeg maar als er gebeld wordt,

dat ik er niet ben.

Ik ben in de tuin. 

En als ik in de tuin ben, ben ik niet te spreken

want dan spreek ik met de tuin, en ik kan maar met één ding tegelijk spreken. 

Nee, ik spreek niet met de vogels,

ik ben geen Franciscus, ik ben maar een gewoon mannetje 

dat veel van de tuin houdt

en dat wil ik af en toe even zeggen

tegen de tuin.

(Toon Hermans)